De mensen in de Middeleeuwen  vonden het water al in de weg staan, omdat Zeeland onder de zeespiegel ligt was bijna heel Zeeland onder water gelopen. Ze gingen steeds meer dijken bouwen en hogere duinen maken. De kleine schiereilanden zijn groter geworden en gegroeid naar eilanden. 

In de 16e en de 17e eeuw kregen een paar steden een bloeiperiode, zoals Middelburg, Vlissingen, Zierikzee en Veere speelden toen als internationale havenstad voor Nederland en België (De lage landen) een belangrijke rol. Middelburg was tot het einde een van de grootste handelssteden in Nederland. Middelburg was ook een van de vijf VOC-steden. Als VOC-stad hadden ze half zoveel macht als Amsterdam. Middelburg was even belangrijk als de andere VOC-steden: Enkhuizen, Hoorn, Delft en Rotterdam.

In de 18e eeuw ging het steeds slechter met Zeeland.  In 1795 had Middelburg ongeveer evenveel inwoners als Haarlem en Groningen. Het inwoners aantal was 20.146 mensen. Andere belangrijke Zeeuwse steden waren: Zierikzee, Vlissingen, Goes en Veere. 

In de Tweede Wereldoorlog lag Zeeland op een goede plek. Alle geallieerde waren in Zeeland aangekomen om Nederland te bevrijden. Omdat het zo'n goede plek was waren er veel gevechten en bombardementen en inundaties (expres een stuk land onderwater zetten). Walcheren is daardoor heel veranderd. Veel plaatsen zijn bijna verwoest, zoals Breskens, Schoondijke, Oostburg en Sluis.